donderdag 12 februari 2015

keffen

Gisteren was het Ceres' verjaardag: ze is nu  5 jaar oud, in de kracht van haar leven. Ze krijgt steeds meer witte haren, vooral op haar borst.

In januari kreeg ik een tip om het stoppen met blaffen anders aan te leren. Ik ben er nu een week of wat mee bezig en heb de methode opgeschreven en wat ik deed:

Oefening om blaffen te laten stoppen, gevonden in tekst van de Karen Pryor Accademy.

De basis van de oefening is dat je 2 gedragingen afwisselend van de hond vraagt. Zit-down, bij mij-terug, plat-down, en al die andere mogelijkheden.

Het blaffen stoppen berust op het trainen van afwisselend blaffen en stil zijn.
Ik heb mijn hond eerst wat aangescherpt met de bovenstaande wisselingen.

Randvoorwaarden
De hond begrijpt de clicker en krijgt begeerlijke brokken.

Denk na over het wachtwoord dat je gaat gebruiken, bijvoorbeeld: stil, zwijg, dank je, silent, genoeg, koest, en vele andere woorden.

Denk na over een hand signaal en of je dit links of rechts gaat gebruiken. De andere hand heeft de clicker en de brokken.

Ik heb gekozen voor “stil” en ik zwaai met mijn linker vuist van onder naar boven, de knokkels naar de hond.

Neem clicker en bakje brokjes in de ene hand.
Breng de hond in de situatie waarin ze zeker zal gaan blaffen.

Blaf!!  Click, brok, op het moment van kauwen: zwaai je hand (signaal) voor haar snoet en click, brok.

Je hebt geclickt voor kauwen, verbaasde blik, een poot verzet, een oor gespitst, je hebt voor iets geklikt, maakt niet uit, ze was stil. Daar heb je ook voor geclikt.

Lok weer een blaf uit: Blaf!!  Click, brok, op het moment van kauwen: zwaai je hand (signaal) voor haar snoet en click, brok.

Dat heb ik 5 – 10 keer gedaan, klaar voor die dag.

De oefening heb ik enkele dagen gedaan, toen heb ik vóór de blaf “luid” gezegd. Dat woord kent mijn hond, maar ze blaft minder luid dan voor een deurbel (mijn kef probleem).

Daarna heb ik in de training na het handsignaal het woord “stil” genoemd.
De volgende training heb ik het “stil” bij het handsignaal gezegd en daarna er vòòr.
Dus “stil” – vuist – click – brok. In de toekomst kan de vuist weg gelaten worden.

Met het benoemen van de blaf (“luid”) ben ik vrij snel gestopt. Ik richt me vooral op het uitbouwen van het stil zijn. En ik vind het moeilijk om te voorspellen of ze weer zal gaan blaffen. Maar vanuit het standpunt dat er 2 tegenovergestelde gedragingen getraind worden, is het waarschijnlijk beter om ook het blaffen op wachtwoord te blijven oefenen. Weer twee weken later merk ik, dat in blaf situaties onderweg, het voor mij makkelijker zijn om “stil” af te wisselen met “tuur” (kijk naar mij) en “zit” in plaats van “luid”. Aanleren via “luid” was goed, maar af en toe valt een klik samen met een spontaan blafje van haar, en dan train ik dat in plaats van de stil. Bob Bailey: “you get what you click”.

Inmiddels heb ik gemerkt dat ik in spontane, totaal andere situaties, ook met “stil” succes heb. Na 5 jaar irritatie met een keffende rashond en vijf jaar diverse strategieën om het keffen te stoppen, past deze oplossing heel goed bij ons.


 In januari liepen we mee met een wandeling van de rasvereniging.